Versterk de lokale democratie en zijn ondersteuning 

Onderstaand opiniestuk verscheen 22 september 2023 in Trouw


Kent u het spel ‘Jenga’? Van houten blokjes bouw je een toren. Steeds trek je een blok uit het midden, daar stapel je mee verder. Hoger bouwen op minder basis: de toren wordt snel instabiel.  

Al jaren spelen we Jenga met de lokale democratie. Meer taken en meer budget gaven gemeenten in tien jaar tijd fors meer verantwoordelijkheid. Paradoxaal genoeg zijn de voorwaarden voor een stevige lokale democratie niet meegegroeid met deze ontwikkelingen. 

In de verkiezingsprogramma’s voor 22 november is er opnieuw vooral aandacht voor de bijdrage van gemeenten en provincies aan de grote opgaven van deze tijd. Dat is ook belangrijk. Maar de voorwaarden om die rol überhaupt te kunnen invullen, ontbreken. Daar zijn de politieke partijen nog onvoldoende van doordrongen. 


Sinds 2015 liggen tal van taken voor het eerst of intensiever op het bord van gemeenten: jeugdhulp, zorg, de Participatiewet, de energietransitie, huisvesting van statushouders en vluchtelingen, woningbouw, de Omgevingswet. Niet alleen de uitbreiding van taken, maar ook de regionalisering maakt het speelveld steeds complexer. Voor raadsleden en wethouders betekent het een zwaardere opdracht en forse werkdruk. Het komt steeds vaker voor dat raadsleden halverwege de raadsperiode stoppen omdat de druk te hoog is. 

Ondersteuning schiet tekort 

Wij werken dagelijks met inwoners, raadsleden, wethouders en burgemeesters in het hele land. Daar zien we: de ondersteuning van de lokale democratische processen laat – ondanks alle inspanningen – te wensen over. Van oudsher is de ondersteuning voor de (lokale) democratie al beperkt. Maar de ontwikkelingen van de laatste jaren maken de fundering te krap om de lokale democratie te dragen. 

Neem de griffie, de belangrijkste steunpilaar in het gemeentehuis voor het raadswerk en een bepalende (f)actor voor de band met inwoners. Gemiddeld telt deze spil van de lokale democratie zo’n drie personen (2,85 fte). Meer dan de helft van deze griffiers heeft een budget van minder dan 200.000 euro per jaar. Met deze beperkte middelen moeten steeds meer vergaderingen en meer aandacht voor kwalitatief goede besluiten worden geregeld. 

Het is niet voor niets dat griffiers, vooral ook van kleine gemeenten, aangeven flinke tijdsdruk te ervaren (Griffiemonitor 2023). Daardoor is er te weinig ruimte voor de belangrijke vraag hoe draagvlak te krijgen voor voorstellen, voor raadscommunicatie en professionalisering van de raad. Het ondergraaft de kwaliteit van de lokale democratie. Tijd is er alleen voor vergaderen; het organiseren van werkbezoeken om goed beslagen ten ijs te komen bij belangrijke besluiten die bewoners en bedrijven raken, schieten erbij in. 

Sterke gemeenten nodig 

Over het ‘hoe dan wel’ wordt steeds meer geschreven en gesproken. Zo pleitten de auteurs van het rapport Eigenstandig en (on)afhankelijk (2023) voor versterking van de functie van griffier. En in haar laatste Kamerbrief als minister van binnenlandse zaken gaf ook Bruins Slot al een aanzet voor verandering. Volgens haar is er onderzoek nodig naar uitbreiding van het aantal lokale volksvertegenwoordigers en bestuurders. Ook wil ze kritischer zijn op het toebedelen van nieuwe taken aan gemeenten en bepleit ze versterking van instrumentarium, budget en ondersteuning. 

Wat ons betreft verdient dit meer aandacht in de landelijke verkiezingsprogramma’s en -debatten. Om de grote opgaven van deze tijd het hoofd te kunnen bieden zijn sterke gemeenten essentieel.  

Een krachtige lokale democratie met uitstekende ondersteuning is daarvoor de absolute voorwaarde. Het vertrouwen van inwoners in de lokale overheid is groter dan in de landelijke overheid. Laten we onze lokale volksvertegenwoordiging en hun bescheiden ondersteuners voorzien van voldoende menskracht, tijd, vergoeding en ondersteuning. Zo kunnen we op het lokale niveau blijven bouwen zonder instortingsgevaar, en zonder het vertrouwen van de samenleving op het spel te zetten. 

Marijke van der Plasse, Emilie Stumphius, Marcel Boogers, Sabine van Zuydam en Job van Meijeren